Eindelijk. Je hebt de stap gezet om te beginnen met hardlopen. Maar een veelgemaakte beginnersfout is het te hard willen gaan. Maar wat is nu het geheim van én blessurevrij te lopen én toch snel je conditie op te bouwen?
Valkuil
Je conditie verbeter je uiteraard door te gaan trainen. Maar begin niet meteen met intervaltrainingen. Het lijkt misschien het beste omdat het kort werk is en je daar minder uithoudingsvermogen voor nodig hebt dan bij duurlopen. Dit is een valkuil. Het verstandigste is om eerst aan je uithoudingsvermogen te werken en daarna pas op snelheid te gaan trainen.
Doorzetter
Gelukkig hoef je geen maanden te wachten voordat je resultaat boekt. Al na vijf weken zal je merken dat je met sprongen vooruit gaat. Bij de eerste training kun je je dat misschien nog niet voorstellen als je na een minuutje dribbelen al uitgeput bent. En als je dan ook nog eens last krijgt van pijntjes van spieren waarvan je het bestaan niet eens wist. Maar na een aantal weken ben je jezelf dankbaar dat je hebt doorgezet. Het ademhalen gaat makkelijker, je benen voelen krachtiger en je loopt je rondje sneller.
Accepteren
Je spieren, hart en longen zijn redelijk snel gewend aan het hardlopen en passen zich best snel aan. Een ander verhaal zijn je pezen, banden en gewrichten. Deze doen er een stukje langer over om het hardlopen te accepteren. Daarom is het een pré om het lopen zeer geleidelijk op te bouwen om blessures aan bijvoorbeeld knieën en achillespezen te voorkomen.
Met jezelf in discussie
Om je conditie snel op te bouwen is één keer per week te weinig. Mooier zou twee keer per week zijn, maar het beste drie keer in de week. Zorg ervoor dat je regelmaat in de trainingen hebt. Je went hierdoor snel aan je nieuwe weekindeling en je hoeft niet telkens weer de discussie met jezelf aan te gaan; loop ik vanavond of toch liever morgenavond?
En: slecht weer bestaat niet, je slecht kleden wel. Hanteer het motto: ‘Weer of geen weer: hup, lopen.’